Gruwelen om revolutionair met een ambtsketen
Een man van de revolutie, ontkenner van het gezag, was aangesteld als vertegenwoordiger van het gezag. De Nieuwe Haarlemsche Courant kwam begin 1914 woorden tekort, toen in Nederland voor het eerst een burgemeester van de Sociaal Democratische Arbeidspartij (SDAP) werd benoemd.
“Daarmee is de kiem tot ontbinding van onze maatschappelijke toestanden vrijwillig gebracht in het organisme van onze samenleving. Men mag vragen wie toch ter wereld zoo dwaas kan wezen om dat te doen!”
Dat besluit kwam van de liberale minister-president en minister van binnenlandse zaken Pieter Cort van der Linden.
De net benoemde burgemeester was de 43-jarige Klaas ter Laan, op dat moment gemeenteraadslid van Den Haag en Tweede Kamerlid namens de SDAP, de voorloper van de PvdA. Die benoeming wekte in 1914 veel beroering. Sommige media konden enig leedvermaak al bij voorbaat niet onderdrukken. “De opgeschroefde taal der propagandisten en het voorspiegelen van hersenschimmige doeleinden wreekt zich thans”, schreef het blad Het Centrum. De gemeente die het bewijs moest leveren dat socialisme de werkelijkheid begreep en fatsoenlijke bestuurders kon leveren, was volgens de katholieke krant niet te benijden.
Het Algemeen Handelsblad vroeg zich af hoe Ter Laan als handhaver van de openbare orde zou gaan optreden. Ter Laan liet in een interview met Het Volk, dé krant van de SDAP, weten dat hij escalatie van alle kanten zou proberen te voorkomen. Het moest wat hem betreft wel uit zijn met provoceren en prikkelen van arbeiders “met onnodig machtsvertoon of door ruw politie optreden.
De benoeming van Ter Laan paste in de tijd. De SDAP, voorheen eenzijdig gefixeerd op de strijd tegen het kapitaal en wars van compromissen, begon voorzichtig aan besturen te ruiken. Er volgde een nieuwe primeur: een SDAP wethouder in Zaandam. Zaandam, met veel fabrieksarbeiders, was een rood bolwerk. Nog vlak voor de eerste wereldoorlog boden de liberalen de SDAP maar liefst drie van de negen ministersposten in een nieuw kabinet aan.
Kennelijk moesten de socialisten nog wennen aan het besturen, want een meerderheid van de sociaaldemocraten vond regeren met de burgerlijke partijen alleen in uiterste noodzaak acceptabel. Ja, er heerste vrees in de gelederen van de SDAP-aanhang. Hoewel er groei zat in de partij vreesde men toch wegloop. De partij liet weten dat Ter Laan als burgemeester geen risico was.