Acceptatie of integratie?
Ik ben een kind van de sixties, geboren in 1954. De tijd waarin de verhoudingen nog duidelijk waren. Iedereen zijn eigen “zuil”. In mijn geboortedorp (Velp, Gelderland) kwam ik wel eens andersdenkenden tegen. Soms kon je dat namelijk zien. Dan liepen er vrouwen – vanuit religieuze redenen – rond in donkerblauwe gewaden. Dat waren “nonnen”. Je had er niets mee en je kende ze niet, maar het hoorde erbij. Ze hadden hun eigen kerk, eigen school en hun eigen winkels. Veel later zag ik in hun kerkingang nog de haakjes van een inmiddels verdwenen bord: “Koopt bij deze winkeliers” – allen katholiek.
Ik ben Nederlands Hervormd opgevoed, maar we accepteerden die andersdenkenden wel. Als er een nieuwe lamp nodig was kochten we die bij de Firma Heling, al stond die ongetwijfeld op dat katholieke bord.
Het dogma “integratie” was nog niet uitgevonden. Iedereen zijn eigen zuil. Dat sloot ook goed aan bij de Nederlandse volksaard. We zijn nu eenmaal een natie van minderheden: het Koningrijk der Nederlanden. Als jij je niet met mij bemoeit, bemoei ik me niet met jou. Dat was de ongeschreven regel. Alleen het noodzakelijke doen we samen, van de strijd tegen het water tot het vervangen van een kapotte lamp.
In de jaren zestig kwam er schijnbaar een eind aan de verzuiling. Vrijheid & blijheid voor alles en iedereen. We zijn toch allemaal gelijk?
De laatste jaren is echter dat begrip “integratie” in zwang geraakt. Vooral bedoeld in de context dat nieuwkomers, soms Moslim, zich moeten aanpassen aan “onze” waarden en normen. Toen werden we geconfronteerd met een onbekende “zuil”. Katholiek, Hervormd, Gereformeerd en Ongelovig waren bekend. Maar Moslim?
Nou, we waren niet gelijk – die verschillen waren gebleven – maar die werden inmiddels wel geaccepteerd. Niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Dezelfde rechten en plichten en het accepteren van die verschillen. Dat was toch de oogst van de jaren zestig?
Een meerderheid in de Westlandse gemeenteraad wil met verwijzing naar “integratie” een minderheid (de moslimgemeenschap) hun rechten ontnemen om een eigen school te stichten. Ondanks hun grondwettelijk recht en een besluit van de minister. Traineren, bezwaarschriften, weigeren de school op te nemen in de planningen: alles wordt in stelling gebracht.
Dus gaat “de” meerderheid zich met minderheden bemoeien. “Wij willen dat niet en hebben de meerderheid ” .Wat leren we toch weinig van onze geschiedenis. Ooit moesten hier katholieken in schuilkerken bijeenkomen omdat de protestanten de meerderheid vormden.
Natuurlijk moet iedereen die hier woont zich aan de wetten en omgangsvormen houden. Dat geldt voor plichten, maar ook voor rechten. Waarden en normen gaan echter over een veel breder domein: van veganist tot Jehova getuige. Dan gaat niet om integreren, maar om accepteren.
Eric R. Borggreve