19 augustus 2011

Kinderopvang krijgt eindelijk de ruimte

De afgelopen jaren steeg de vraag naar kinderopvang explosief. Tussen 2006 en 2009 steeg de dagopvang met 40% en de buitenschoolse opvang met 80%. Prognoses van de gemeente en de rijksoverheid spraken de verwachting uit dat de dagopvang nog 30% zou groeien en ook de buitenschoolse opvang zou nog zeker 15% groeien. Er zijn echter geen gebouwen of bouwplekken voorhanden waar nieuwe kindercentra zich kunnen vestigen.
De kinderopvang had daardoor een groot gebrek aan vestigingsplaatsen.

Een deel van de buitenschoolse opvang (BSO) vindt plaats in lege lokalen van scholen met een teruglopend leerlingaantal. Het effect van de vestiging van een BSO- groep in school is dat de school aantrekkelijker wordt waardoor er meer leerlingen komen en de kinderopvang weer plaats moet maken voor groepen van de school. Om dit jojo-effect te voorkomen werd door de gemeente een tijdelijke regeling vastgesteld waardoor op kosten van de kinderopvang dan een noodlokaal werd geplaatst. Deze tijdelijke regeling loopt echter dit jaar af en bood geen oplossing voor de dagopvang.

Progressief Westland heeft steeds aangedrongen op een permanente regeling zodat goede kinderopvang binnen de gemeente groeimogelijkheden heeft. Afgelopen raadsvergadering was dan eindelijk de nota Ruimtelijk Kader Kinderopvang ter bespreking in de bestuurscommissie Ruimte en omgeving. Na jaren ambtelijke voorbereiding en overleg met scholen en kinderopvanginstellingen is er een gedegen stuk gepresenteerd. Progressief Westland is hier zeer blij mee. Het voelt enigszins als mosterd na de maaltijd omdat door de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag krimp in de kinderopvang wordt verwacht maar op de langere termijn zal de kinderopvang zeker weer gaan groeien.

In de commissie bleven twee vragen wat in de lucht hangen. Door zware eisen aan de parkeervoorzieningen werd onduidelijk of kinderopvang wel mogelijk en betaalbaar is in de dorpskernen waar de gemeente ze bij voorkeur wil laten vestigen. Ook bleef onduidelijk of geen sprake is van oneerlijke concurrentie op het moment dat een ondernemer te horen krijgt dat de bestemming van zijn (gewenste) pand niet gewijzigd zal worden omdat er reeds voldoende kinderopvang ter plaatse is. De wethouder wil beide zaken van geval tot geval bekijken.

nicoklein

Reageer: [email protected]