26 augustus 2011

Inspraak en participatie; het blijft lastig.

Vlak voor de vakantie heb ik bij het college van burgemeester en wethouders aangedrongen op meer samenwerking met de raad. Ik was – en ben – er van overtuigd dat het noodzakelijk is de raad tijdig te betrekken bij de keuzen die gemaakt moeten worden. Ik was – en ben nog steeds – benieuwd hoe we daar de komende maanden invulling aan gaan geven.
 
In het verlengde hiervan ligt de samenwerking tussen het bestuur en de inwoners van de gemeente Westland. Samenwerking die onder andere tot uitdrukking komt via inspraak, of met een mooier woord: ‘burgerparticipatie’. Met interesse nam ik kennis van de column van Rien van den Anker in Het Hele Westland van 24 augustus. Daarin wijst hij op de politiek als lokale theatervorm en specifiek op de wijze waarop met insprekers wordt omgegaan. Uit een journalistiek verslag van de Raadsinformatieavond van de week daarvoor, was hem gebleken dat een vooraanstaand raadslid in de wandelgangen en ‘off the record’ had opgemerkt dat je als gemeentebestuur met het geven van spreektijd ten onrechte de indruk wekt dat de bezwaren grote kans maken op erkenning “Terwijl die burgers in bijna alle gevallen een formele brief krijgen waarin de bezwaren ongegrond worden verklaard”.
 
Ook zou dit vooraanstaand raadslid hebben aangegeven dat de kans dat in de praktijk een bouwplan wordt bijgesteld op basis van enkele persoonlijke belangen minimaal is, omdat het algemeen belang altijd voorrang heeft. En raadsleden zijn er in de eerste plaats voor om het algemeen belang te dienen. Het zou dan – weer naar de mening van dit raadslid – ook onjuist zijn om als gemeentebestuur die mensen dan ook nog eens uit te nodigen om ten overstaan van de Raad of een commissie hun bezwaren mondeling toe te lichten, omdat daarmee een signaal wordt afgegeven dat niet kan worden waargemaakt.
 
Rien van den Anker stelt terecht de vraag waarom dit vooraanstaand raadslid deze mening alleen anoniem naar buiten brengt. Hij vermoedt angst of het tijdelijk niet publiciteitsgeil zijn. Ik weet niet wat de overwegingen van dit vooraanstaand raadslid zijn geweest om deze mening ‘off the record’ te ventileren. Ik weet niet hoe vooraanstaand het raadslid is geweest, want ik was er die avond niet, maar zijn/haar opmerkingen snijden natuurlijk wel hout.
 
Het is een illusie te verwachten dat aan het eind van een vaak jarenlang proces er alsnog grote wijzigingen worden aangebracht in een plan, waarmee veel geld is gemoeid en al diverse malen is bekeken, beoordeeld en doorgerekend. Ik pleit er niet voor om burgers geen inspraak te geven, of niet uit te nodigen voor vergaderingen, maar ik pleit er wel voor om de wijze waarop inspraak gegeven wordt, waarop burgers bij het gemeentelijk beleid worden betrokken en daarin kunnen – daar is het weer – participeren eens tegen het licht te houden.
 
Voor het behoorlijk omgaan met inbreng en inspraak van burgers heeft de Nationale ombudsman een aantal spelregels opgesteld. Daarbij zijn drie belangrijke elementen te onderscheiden.
1. Maak heldere keuzen vooraf, zoals hoe betrek je burgers, hoe ver reikt hun invloed, wat staat wel en wat staat niet ter discussie.
2. Zorg voor een constructieve houding, de gemeente moet ook echt geïnteresseerd zijn in en waarde hechten aan de bijdrage van de burger en
3. Zorg voor actieve en adequate informatieverstrekking.
 
Deze elementen zijn verder uitgewerkt, waarbij de kern is: maak van tevoren duidelijk wat burgers wel en niet mogen verwachten, laat geen van onduidelijkheden bestaan of ontstaan en, maar dat geldt natuurlijk in alle gevallen, neem burgers serieus en laat dat ook merken.
 
Als het vooraanstaand, maar anoniem, raadslid heeft bedoeld dat de raad in dit geval ten onrechte de suggestie wekt dat onderdelen van een plan nog ter discussie staan en insprekers daar invloed op kunnen uitoefenen en hun bijdrage serieus genomen wordt, dan is er alle aanleiding om zich de anonimiteit op te heffen en (samen?) te bekijken of we als gemeente Westland onze procedures niet eens opnieuw moeten vaststellen.

janklein

Jan Prins

Reageer: [email protected]