Deregulering of bezuiniging?
Afgelopen woensdag (23 maart) kwamen de werkgroepen Deregulering bijeen om gezamenlijk een presentatie te krijgen van de activiteiten en voornemens die de gemeentelijke organisatie onderneemt om deregulering in de praktijk te brengen. Nu zitten er in de werkgroepen ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven die samen met de raadsleden uit de werkgroepen kijken welke randvoorwaarden de raad kan stellen aan het dereguleringsproces van het college.
De programmamanager dienstverlening van de gemeente gaf een visie op de wijze waarop de dienstverlening kan worden verbeterd. Hij ziet dit als een veranderingsproces waarbij ambtenaren zich bewust worden van de diensten die zij bieden en de wijze waarop deze diensten tot stand komen. De ambtenaren maken op basis van eerdere onderzoeken elders in Nederland een selectie van werkprocessen die op deze wijze worden verbeterd. Een onderzoeksbureau (Sira) heeft bekeken hoezeer deze andere onderzoeken gebruikt kunnen worden binnen de gemeente en krijgt nu een vervolgopdracht om 20 geselecteerde werkprocessen nader te bekijken.
De vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, achtereenvolgens de Kamer van Koophandel, het VNO/NCW, LTO/Glaskracht en MKB Westland vroegen zich af waarom zij geen rol hebben in dit proces. Ze zijn de raad dankbaar voor hun inbreng in de werkgroepen maar op ambtelijk niveau staan ze nog steeds buitenspel.
De reactie van wethouder Weverling hierop was zeer teleurstellend. Participatie van het bedrijfsleven zou weer iets extra’s zijn die het proces in zijn ogen moeilijker maakt. De gemeente is goed bezig met het afslanken van de organisatie (bezuinigen). Afdelingen zijn samengevoegd, er is een directeur minder, processen worden gedigitaliseerd, stappen om van 5 naar 1 gemeentehuis te gaan worden genomen, er wordt gewerkt aan een klant-contact-centrum. Dus de gemeente is al goed bezig. Slimmer, slanker, slagvaardiger.
Progressief Westland snapt niet, dat meedenken ongewenst is. Haal de paarse krokodil maar weer te voorschijn. Zo zal de gemeente in ieder geval niet stijgen op de participatieladder.
Onze reactie was dat de programmamanager dienstverlening de opdracht aan het onderzoeksbureau met het lijstje van de 20 te onderzoeken werkprocessen aan de werkgroepen zou sturen zodat de werkgroepen (en dus ook het bedrijfsleven) konden aangeven welke aanvullende werkprocessen zij meer van belang achten en welke misschien minder noodzakelijk gevonden worden. Dat lijkt ons nu slimmer.
Nico de Gier
Reageer: [email protected]
