29 januari 2008

Woonvisie

Woonvisie

Uit de notulen gemeenteraad 29 januari 2008

 

De voorzitter: De volgende vraag, van de heer J. Prins, gaat over woonvisie.

De heer J. Prins: De vraag is mede naar aanleiding van een presentatie die de raadsleden vorige week hebben gehad van de woningcorporaties. Sinds het ontstaan van de gemeente Westland benadrukken alle betrokken partijen regelmatig het belang en de noodzaak van passende huisvesting, met name voor jongeren en starters. In oktober 2006 is besloten om te komen tot een actualisering van de Westlandse woonvisie. Zoals gezegd hebben de raadsleden vorige week eerst, als achtergrondinformatie ten behoeve van de sociaal-maatschappelijke visie, de concept-woonvisie ontvangen, en zijn wij vorige week geïnformeerd door de drie woningcorporaties over de stand van zaken. Een datum voor de bespreking van de concept-woonvisie door of met de raad is echter tot op heden nog niet bekend. Wij zouden het prettig vinden als het college kan aangeven welk vervolgtraject men voor ogen heeft bij de behandeling van de woonvisie, en om wat ons betreft tot een gezamenlijke vaststelling van de geactualiseerde woonvisie te komen.

Wethouder De Goeij-van der Klugt: Het is u bekend dat er intensief overleg is geweest om te komen tot een gezamenlijke woonvisie. Op een bepaald punt wijken wij af van wat de woningcorporaties daarbij voor ogen hebben. U bent inderdaad door beide partijen geïnformeerd. Op verzoek van de corporatie was er een gezamenlijke bijeenkomst gepland in februari. Men kon in februari niet tot een geschikte datum komen. Met de griffie is men nu tot overeenstemming gekomen over 18 maart. Dat zou met u nog worden gecommuniceerd. Dat betekent dat we vervolgens de stukken kunnen routeren naar de commissie en dat dan behandeling en vaststelling in de commissie zal plaatsvinden in mei. Ik hoop dat dat dan wel een gezamenlijke visie wordt.

 

De heer J. Prins: Tussen nu en 18 maart zit een week of zes. Ik neem aan dat de meeste raadsleden ook hebben geconstateerd dat er enig verschil van mening is tussen de woningcorporaties en het college. Ik vraag me vanuit mijn eigen fractie af of het verstandig is te wachten tot we gezamenlijk gaan praten, of dat het handiger is om tussentijds te kijken waar nu verschilpunten liggen. Mevrouw Bom-Lemstra: Ik ben het met de heer Prins eens dat het nog een hele tijd wachten is tot 18 maart. Ik had inderdaad ook gehoopt dat we eind deze maand of misschien begin februari meer stappen konden zetten. Ik dring ook aan op meer haast.

Wethouder De Goeij-van der Klugt: Ik kan me bij die wens volledig aansluiten. We hebben de vraag ook zo neergelegd, maar er komt geen datum uit om eerder bij elkaar aan tafel te zitten. Ik kan het nog een keer bij de griffie neerleggen. Misschien dat er toch nog op het eind van een middag een gelegenheid is. Ik zou het ook liever wat naar voren halen. De punten waarover we met elkaar van mening verschillen zijn bekend. Ik steun het verzoek van de corporaties om er in gezamenlijkheid zakelijk over te spreken. Als u er net zo over denkt dan leggen we de vraag terug bij de griffie om te kijken of we tot een eerdere datum kunnen komen. Eventueel zaterdagochtend.

De voorzitter: Akkoord. Het is duidelijk dat de raad eerder wil dan 18 maart. We nemen de zaak mee in het presidium om te kijken of we in overleg met elkaar een goede datum kunnen vinden.