30 juni 2014

Inzet vrijwilligers en mantelzorgers

30 juni 2014 – In de plannen van het college over de inrichting van de nieuwe taken die zij per 1 januari 2015 van het Rijk overgeheveld krijgt op het gebied van zorg en ondersteuning, meldt het college dat meer gesteund zal moeten worden op vrijwilligers en mantelzorgers. Dit komt naar voren in het collegewerkprogramma, in de Richtinggevende uitgangspunten voor het sociaal domein 2015 en in het Plan van Aanpak programma 3D’s. Deze vrijwilligers en mantelzorgers zijn nodig om ervoor te zorgen dat mensen de ondersteuning (blijven) krijgen die zij nodig hebben, ook wanneer er minder budget beschikbaar is. Progressief Westland ondersteunt deze gedachte maar ziet daarbij wel een aantal risico’s. Zijn er wel voldoende vrijwilligers en mantelzorgers? En, hoe zorgen we er voor dat het met hen ook goed blijft gaan?

Onze vragen:

  • Wanneer denkt de gemeente een beeld te hebben van het aantal vrijwilligers dat de gemeente extra nodig heeft voor het realiseren van deze plannen?
  • Op welke wijze wil de gemeente deze gaan proberen aan te trekken?
  • Wat zijn de gevolgen voor de plannen van de gemeente op het gebied van zorg en ondersteuning als de gemeente onverhoopt geen extra vrijwilligers kan vinden?
  • Op welke wijze gaat de gemeente (door met) coördineren van en zicht houden op het aantal, het soort en de kwaliteit van vrijwilligers?
  • Wanneer denkt de gemeente een beeld te hebben van het aantal mantelzorgers dat de gemeente extra nodig heeft voor het realiseren van deze plannen?
  • Op welke wijze wil de gemeente deze gaan proberen te activeren?
  • Wat zijn de gevolgen voor de plannen van de gemeente op het gebied van zorg en ondersteuning als de gemeente onverhoopt geen extra mantelzorgers geactiveerd krijgt?
  • Hoe gaat de gemeente ervoor zorgen dat deze mantelzorgers niet zelf een grotere zorgvraag krijgen door bijvoorbeeld overbelasting?
  • Op welke wijze gaat de gemeente (door met) coördineren van en zicht houden op het aantal en soort mantelzorgers en hun psychische en fysieke toestand?

—-

Geachte Raad,

De fractie van Progressief Westland heeft ons in een brief, gedateerd 30 juni 2014, een negental vragen gesteld over de gevolgen voor vrijwilligers en mantelzorgers nadat de nieuwe taken, in het kader van de drie decentralisaties, per 1 januari 2015 naar de gemeente zijn overgeheveld.

Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw ‘Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad’, beantwoorden wij deze vragen in deze brief.

Alvorens dit te doen delen wij u mee dat wij voornemens zijn nog in 2014 in de raad aandacht te schenken aan de situatie rondom mantelzorg, inclusief vrijwilligers en respijtzorg. Daarbij komen aan de orde de activiteiten die nu al worden verricht ter ondersteuning van mantelzorgers alsmede de beoogde inzet voor de komende jaren. Op een aantal van de gestelde vragen kan dan explicieter worden ingegaan.

Vervolgens willen wij u het volgende melden over de decentralisaties:

De decentralisaties op het sociaal domein zijn onderdeel van de hervormingsplannen van de rijksoverheid. Het doel van deze stelselwijziging is dat de zorg verbetert en de kosten verminderen. Gemeenten worden als de meest burger-nabije overheid verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de taken op het sociale vlak.

De gemeente wordt overigens niet verantwoordelijk voor de zorg voor volwassen inwoners die

24 uur per dag verblijven in een zorginstelling. Deze zorg wordt opgenomen in de Wet langdurige zorg (Wlz).

De decentralisaties gaan met een fikse taakstelling gepaard, daarnaast zijn voorafgaand aan de decentralisaties door de Rijksoverheid bezuinigingen doorgevoerd. Voor gemeenten en zorgaanbieders zijn deze bezuinigingen en taakstellingen een voldongen feit. Het ongedaan maken van deze bezuinigingen en taakstellingen is voor gemeenten en zorgaanbieders niet mogelijk omdat zij geen extra inkomsten kunnen verwerven. Wel zullen de gemeente, zorgaanbieders, zorgkantoor en zorgverzekeraars, ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheden, binnen hun mogelijkheden hun uiterste best doen om ervoor te zorgen dat mensen niet tussen wal en schip vallen.

Vraag 1

Wanneer denkt de gemeente een beeld te hebben van het aantal vrijwilligers dat de gemeente extra nodig heeft voor het realiseren van deze plannen?

Antwoord 1

In 2015 zullen er her-indicaties plaatsvinden van de bestaande cliënten (AWBZ en Wmo). De gevolgen voor de inzet van vrijwilligers zal dan zichtbaar worden.

Vraag 2

Op welke wijze wil de gemeente deze gaan proberen aan te trekken?

Antwoord 2

Voor het werven van vrijwilligers hebben wij afspraken gemaakt met Vitis Welzijn. Daarnaast worden er door zorgaanbieders gebruik gemaakt van vrijwilligers. Deze zorgaanbieders werven vaak zelf.

Vraag 3

Wat zijn de gevolgen voor de plannen van de gemeente op het gebied van zorg en ondersteuning als de gemeente onverhoopt geen extra vrijwilligers kan vinden?

Antwoord 3

Vooralsnog gaan wij ervan uit dat het benodigde aantal vrijwilligers wordt gerealiseerd.

Vraag 4

Op welke wijze gaat de gemeente (door met) coördineren van en zicht houden op het aantal, het soort en de kwaliteit van vrijwilligers?

Antwoord 4

Wij overleggen periodiek met Vitis Welzijn over de stand van zaken op dit terrein. Daarbij komen o.a. de signalen vanuit de zorgregisseurs en sociaal makelaars aan de orde.

Vraag 5

Wanneer denkt de gemeente een beeld te hebben van het aantal mantelzorgers dat de gemeente extra nodig heeft voor het realiseren van deze plannen?

Antwoord 5

Volgens de Gezondheidsmonitor 2012 waren er op 1 januari 2012 10.651 mantelzorgers in onze gemeente. Daarbij zijn als mantelzorgers beschouwd degenen die voor tenminste 3 maanden of tenminste 8 uur per week zorg verlenen aan een bekende uit de eigen omgeving, zoals partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is.

In de tweede helft van 2015 zal er meer zicht komen op het aantal mantelzorgers dat nodig is voor de zorgverlening aan cliënten. Dit aan de hand van de her-indicaties van de bestaande cliënten (AWBZ en Wmo).

Vraag 6

Op welke wijze wil de gemeente deze gaan proberen te activeren?

Antwoord 6

In de gesprekken met clienten zal inzet mantelzorg aan de orde komen. Daarnaast zet de gemeente in op bewustwording; op herkennen, erkennen en ondersteunen van mantelzorgers. Daarbij richten wij ons ook op de omgeving van de mantelzorger. Zij kan belangrijke rol vervullen op het terrein van mantelzorg maar ook in de ondersteuning van de mantelzorger.

Vraag 7

Wat zijn de gevolgen voor de plannen van de gemeente op het gebied van zorg en ondersteuning als de gemeente onverhoopt geen extra mantelzorgers geactiveerd krijgt?

Antwoord 7

Vooralsnog gaan wij ervan uit dat er, waar mogelijk, voldoende mantelzorg wordt verleend.

Vraag 8

Hoe gaat de gemeente ervoor zorgen dat deze mantelzorgers niet zelf een grotere zorgvraag krijgen door bijvoorbeeld overbelasting?

Antwoord 8

Wij achten het van groot belang om mantelzorgers op een zodanige wijze te ondersteunen en te ontlasten dat zij in staat zijn en blijven de benodigde zorg te verlenen. Daarom richten wij ons met name op het optimaliseren van het bestaande mantelzorgsteunpunt en op het inzetten van vormen van respijtzorg.

Bij het bepalen van de zorgbehoefte van een cliënt wordt de inzet van de mantelzorger betrokken. Daarbij wordt tegelijkertijd de benodigde ondersteuning van de mantelzorger in kaart gebracht.

Het verlenen van mantelzorg houdt niet op zodra een cliënt is verhuisd naar een verzorgingshuis. Ook daar wordt verwacht dat de cliënt voor bepaalde zaken zo veel mogelijk wordt ondersteund door de mantelzorger. Omdat wij als gemeente dan de cliënt niet meer in beeld hebben zal de mantelzorger bij een dreigende overbelasting zelf het initiatief moeten nemen om overbelasting te voorkomen. In het kader van preventie ligt hier o.a. een taak voor Vitis Steunpunt Mantelzorg om mantelzorgers hierop te wijzen. Daarnaast zal de omgeving van de mantelzorger ook alert moeten zijn op signalen.

Verstrekken van informatie over mantelzorgondersteuning en advies geven aan mantelzorgers is een voortdurende activiteit. Dit blijven we onder de aandacht brengen van inwoners en ook de professionele partners.

Vraag 9

Op welke wijze gaat de gemeente (door met) coördineren van en zicht houden op het aantal en soort mantelzorgers en hun psychische en fysieke toestand?

Antwoord 9

Wij overleggen periodiek met Vitis Welzijn over de stand van zaken op dit terrein. Het gaat hier primair om een taak die wij hebben belegd bij Vitis Welzijn. Daarnaast spelen ook de eigen verantwoordelijkheid van mantelzorgers om tijdig aan de bel te trekken en de bewustwording in de omgeving van de mantelzorgers een rol. Tenslotte wordt ook door de uitvoering (zorgregisseurs) gekeken naar de belasting van mantelzorgers en rekening gehouden met hun (on)mogelijkheden.

Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Westland

de secretaris,

M. van Beek

de burgemeester,

J. van der Tak