16 juli 2020

Criminele organisatie of grijs gebied?

Een ( ex-) wethouder die door het Openbaar Ministerie wordt verdacht van – onder meer – lidmaatschap van een criminele organisatie.. Ik heb het niet eerder meegemaakt.

De eerste associatie bij “een criminele organisatie” is wapens, drugs  en liquidaties. Ga er van uit dat dit in de Haagse gemeentepolitiek niet aan de orde is.  Wel een uit de hand gelopen “cliëntelisme”,  een ander woord voor wat de beschuldigden “ombudspolitiek” noemen. Gewoon mensen – vooral jouw kiezers – helpen.

In een vorig leven hoorde campagnevoeren er voor mij ook bij. Waaronder affiches verspreiden en verkiezingsborden plaatsen. Daar was een keurig lijstje voor: alle leden een raamposter en sommigen een bord in de tuin. Ik zie me nog met een bord onder de arm bij een huurwoning in Velp zuid aanbellen. “Ja, zet hem maar op de hoek neer – kijken er twee straten op uit”; zei de bewoner. “Dat ik hier woon heb ik te danken aan een raadslid van jullie partij. Ik was eigenlijk nog niet aan de beurt, maar hij heeft het toen toch voor elkaar gekregen”. Ik plaatste het bord en vertrok. Maar op de terugweg sloeg de twijfel toe: mooi voor die bewoner en voor de partij – maar wat trof ik hier aan?

Jaren later zat ik in de zaal toen Minister Ien Dales op het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een toespraak hield over integriteit in het openbaar bestuur. “Een beetje zwanger bestaat niet, je bent integer of niet”. Dat galmde destijds lang na. De ontkenningsfase was voorbij en “integriteit” werd een thema in bestuurlijk Nederland.

In het openbaar bestuur ging men op zoek naar richtlijnen, normen, kortom: beleid. Afgezien van de “Pepernorm” van € 50,- voor het aanvaarden van cadeaus (ontstaan na de bonnetjes affaire met de Rotterdamse burgemeester Bram Peper) ken ik een fraaie procedure afspraak: “Iedereen is zelf verantwoordelijk en geeft zijn/haar eigen grenzen aan. Alleen alles altijd schriftelijk bevestigen en de brief in de circulatiemap.” Anno nu: een cc naar iedereen. Een andere richtlijn: “Iedereen mag alles aannemen, mits binnen een dag consumeerbaar”. Kortom: een flesje wijn mag. Maar zoals ooit in Hoofddorp bij de opening van een drankwinkel de burgemeester zijn sleutel af gaf met de toelichting: “mijn auto staat om de hoek”; – en er daarna een kist wijn aantrof – dat kan dus niet.

Het lijken incidenten, maar als onder de noemer “ombudspolitiek ” het mantra wordt: “voor wat hoort wat,” betreden partijen een grijs gebied. Zelfs als het gaat het om het mogen plaatsen van een verkiezingsbord of zonder direct eigen belang. Hoewel een flesje wijn of een etentje?

Voor dat je het weet ben je lid van een criminele organisatie.

Kortom: een beetje zwanger bestaat nog steeds niet.

 

Wateringen, 11 juli 2020

Eric R. Borggreve