Doe effe normaal man!
Deze week is de gemeentepolitiek een beetje langs mij heen gegaan. Een lichte griepaanval. Gevolg van afkoeling na de schitterende zomer zullen we maar denken.
Dat gaf wel tijd om sommige krantenartikelen eens wat beter te bestuderen. Een interessante was natuurlijk het artikel over het beeld dat ambtenaren en burgers van elkaar hebben. Uit onderzoek van de Volkskrant en onderzoeksbureau Motivaction blijkt dat de kloof tussen beide groepen groeit. Tweederde van de ambtenaren denken dat burgers hun werk respecteren, maar ze krijgen dit slechts van een derde, terwijl burgers wel steeds meer van hen eisen. Frits Spannenberg, oprichter van Motivaction, stelt dat de ambtenaar en de burger twee totaal verschillende mensen zijn die elkaar steeds minder begrijpen. Burgers en ambtenaar komen steeds meer tegenover elkaar te staan. Er zou zelfs sprake zijn van een rampzalige mismatch. ‘Beide kanten zijn ontevreden, terwijl ze elkaar steeds harder nodig hebben, want de samenleving wordt steeds ingewikkelder.’
Een van de vragen die na het lezen van de artikelen bij mij opkwam, was of deze rampzalige ‘mismatch’ nu wezenlijk anders is bij het beeld dat gekozen volksvertegenwoordigers en burgers van elkaar hebben. Ik ben bang van niet. De kloof tussen ambtenaren en burgers zou met name verder groeien, omdat ambtenaren meer betrokken en verantwoordelijk zijn, terwijl een groeiende groep burgers rechtopeisende mensen zijn. Wel de lusten, niet de lasten. Ik ben er van overtuigd dat ook raadsleden (in ieder geval over zichzelf van mening zijn dat zij) betrokken en verantwoordelijk zijn. Maar of burgers raadsleden nu werkelijk anders zien als ambtenaren waag ik nog wel te betwijfelen.
De tweede vraag is natuurlijk hoe daar nu mee om te gaan. Minister Donner gaat in zijn brief van 30 augustus 2011 aan de Tweede Kamer nader in op de verhouding burger en overheid. De minister stelt dat de relatie tussen de burger en de overheid de laatste decennia is veranderd en in de toekomst verder zal moeten veranderen. De verwachtingen van de burger zijn steeds meer toegenomen.
Kritische kanttekeningen worden door de minister geplaatst bij het aanduiden van de burger als ‘klant’ en de overheid als ‘dienstverlener’. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een sterke groei van juridische procedures, waarbij een derde een oordeel moet geven. Burgers en overheid komen daardoor vaak en snel tegenover elkaar te staan, zonder vanuit een constructieve houding er samen uit te komen. Dit kabinet wil daarom, en ik citeer: “het zelforganiserend vermogen van burgers vergroten (…) door de krachten in de samenleving te vinden en te delen, knelpunten te identificeren die eigen verantwoordelijkheid in de weg staan en te stimuleren dat burgers op eigen kracht invulling geven aan hun leven en bijdragen aan de leefomgeving/samenleving.”
In normaal Nederlands zou je zeggen, als nu iedereen doet wat je van hem of haar verwacht en daarbij rekening houdt met de ander, dan komen we er samen wel uit. Het helpt daarbij wel om, als je anderen aanspreekt op hun niet gewenst of verwacht gedrag, de ander te blijven respecteren. Normaal doen, dus.
Jan Prins
Reageer: [email protected]